Marathon

De marathon bestaat uit twee trajecten het A-traject (het wegtraject) en het B-traject (de hindernissen). Tussen en na deze trajecten zijn overgangstrajecten, een uitstap traject en verschillende veterinaire controles.
Zowel het A-traject als het B-traject van de marathon dient vooraf goed verkend te worden, zodat rijder en groom  goed weten en afgestemd hebben wat de te volgen routes zijn.
Tijdens de marathon moeten de verschillende trajecten op een bepaalde gemiddelde snelheid worden gereden. De snelheid is afhankelijk van de klasse en de omstandigheden. Bij het secretariaat krijg je bij aanmelding een tijdentabel waarop de tijden, de minimale en maximale, staan die gelden voor de wedstrijd. Beide trajecten dienen binnen de toegestane minimum- en maximum tijd te worden afgelegd. Komt een menner te vroeg of te laat binnen, dan krijgt hij hiervoor per seconden te vroeg of te laat 0.2 strafpunten.
Tussen trajecten A en B wordt de conditie van de paard/pony gecontroleerd.

In traject B zijn de hindernissen, 6 - 8 stuks, waaronder in de regel een waterbak, opgenomen. Het is de bedoeling om de hindernissen zo snel mogelijk te rijden, elke seconde in de hindernis is 0,25 strafpunten. Ook moeten de poortjes in de hindernissen in de juiste volgorde en vanaf de juiste zijde worden gepasseerd. Fouten in de aangegeven volgorde van de poorten of het afstappen van de groom dan wel een voetje op de grond worden bestraft en bij ernstige fouten volgt uitsluiting.
Na de finish van het B-traject is er een uitstap traject van ongeveer 1 km. Meestal is de toegestane tijd hier ongeveer 15 min.
Als laatste ga je nogmaals naar de veterinaire controle.